Verkassen

We gaan alweer verkassen! Ons laatste echte verblijf. Per taxi rijden we naar Matar, een ritje van ongeveer 3,5 uur. Onderweg stoppen we nog bij de bekende Ravana waterval waar we enkele foto's maken. Daarna rijden we in 1 stuk door.

Ons bungelowtje is klein, Jeff vindt het echt te klein, maar ligt wel recht aan het strand. Vanuit het bed kijken we zo op de zee. Wat een fijn uitzicht. Helemaal schoon is het hier helaas niet, de gordijnen zitten vol schimmel en het kussen praten we maar niet over. De zee is echter mega ruig en we bedenken ons dat we morgen beter een stukje verder kunnen gaan, zodat we kunnen zwemmen in de zee. Voor vandaag is het helemaal prima.

Eerst laten we ons per tuktuk naar één van de weinige restaurantjes in de buurt brengen die nog open is. Het eten is hier ok, niet goed genoeg om nog 3 keer te eten. Daarna gaan we terug en brengen we de dag door aan het strand. Ik lees mijn 2e boek uit en Jeff scrollt wat op zijn telefoon. We wagen ons af en toe tot aan de knieën in het water, de golven zijn echter zo hoog dat je dan tot aan je haar gewoon nat wordt. Heel fijn en lekker verfrissend.

Na een douche regelen we een tuktuk en rijden we naar Mirissa. Hier eten we bij Lava aan het strand. We kiezen een verse vis uit en genieten ervan. Dat de prijzen hier een stuk hoger liggen dan aan de andere stranden van Sri Lanka is wel een feit. Gelukkig is de vis erg lekker, net als de drankjes en de vele lampjes die branden en het uitzicht op de golven maken een hoop goed. Onze tuktukdriver heeft op ons gewacht en in een kleine drie kwartier tukken we terug naar ons bungelowtje.